De Heibloem

De Heibloem

Genoemd naar de enige Diessense molen die niet geheel en al is verdwenen. De Heibloem was een stenen stellingmolen, die in of kort na 1825 is gebouwd. Behalve de romp en de straatnaam De Heibloem herinnert ook de naam Molenheike van het omliggende gebied nog aan deze molen.

In de loop van 1983 werd jeugdhuis De Bolster (De Heibloem 3) gebouwd. De bouwplaats was enkel bereikbaar via een onverharde weg, vanaf de Tongerloseweg of vanaf Nieuwe Erven. De zandweg naar het jeugdhuis moest verhard worden, was het plan op het gemeentehuis, maar met zo weinig mogelijk kosten. Het college van burgemeester en wethouders wist bij een lokale aannemer een partij tweedehands klinkers op de kop te tikken. De aannemer wilde haast maken met de transactie. Het college moest snel beslissen waardoor de gemeenteraad geen toestemming kon geven (zoals toentertijd nog vereist was). Toch maar gekocht, met het verzoek de stenen af te zetten aan de Tongerloseweg. (De Heibloem was toen nog een naamloos weggetje.) De zandweg naar De Bolster moest verhard worden. De openingsdatum van het gebouw naderde met rasse schreden. Het was peentjes zweten voor het college in de volgende raadsvergadering. De raad meende dat De Bolster beter en veiliger bereikbaar was via de – toen eveneens nog onverharde – Nieuwe Erven. Dat voorstel haalde het niet. De volgzame raad nam onder protest het collegevoorstel over. November 1983 werd de zandweg met klinkers afgedekt. Kort voor de opening van De Bolster gaf de gemeenteraad op 31 januari 1984 een eigen naam aan de verharde weg: De Heibloem.

De Heibloem 1

Dit bouwwerk is de romp van een oude windmolen. In het jaar 1823 wilde molenaar Cornelis van Gijsel een windkorenmolen bouwen op deze plek. De gemeenteraad van Diessen weigerde om aan het verzoek van de molenaar mee te werken. Baarschot had al twee molens (nabij de Watermolenweg en in het Moleneind), dat vond de raad genoeg. Cornelis ging in beroep. Hij stuurde een bezwaarschrift naar de hoogste rechtsprekende instantie: koning Willem I. Bij Koninklijk Besluit (1925) verklaarde die het bezwaar gegrond. De mulder bouwde zijn molen: De Heibloem.

Frans Willems (1909), telg uit een molenaarsgeslacht en algemeen bekend als d’n Huub, was de laatste molenaar van De Heibloem. In 1949, Willems’ molen was nog volop in bedrijf, gingen in het dorp stemmen op om een coöperatieve maalinrichting te beginnen. Willems deed er zijn beklag over bij de Zeer Eerwaarde Heer Pastoor van het dorp. De pastoor, geestelijk adviseur van de coöperatie, maakte er tijdens een vergadering melding van. De molenaar schatte zijn kansen in en maakte van een bedreiging een kans. Hij verkocht in april 1949 de maalrechten aan de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging – de Boerenbond. Maart 1955 verhuisde de molenaar naar Australië. De molen was al eerder onttakeld, maar had ‘zijn broek aangehouden’. Jarenlang werd de molenstomp aan zijn lot overgelaten en was deze in gebruik als (recreatie)woning.

Meer informatie over De Heibloem en zijn molenaars in Hers en Geens dur Diessen, deel 5, blz. 45 t/m 49.

Restant molen de Heibloem

De Heibloem 3

Dit gebouw is het jeugdhuis van Jong Nederland: De Bolster. Het bos – een prima plek voor dit jeugdhonk – is het Van der Lindensbos.

In het begin van de dertiger jaren van de vorige eeuw richtten Jac Peeters en pater Böckling, rector van het klooster van de Zusters van Liefde in Diessen, een jeugdbeweging voor jongens op. Hun jeugdhuis was het patronaat aan de Kerkstraat. In 1940 evolueerde dit initiatief tot een verkennersgroep: De Jonge Wacht. Op bevel van de Duitsers werd de groep tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeheven. Enkele jaren na de bevrijding werd er weer een jongensbeweging opgericht. In de loop van zijn bestaan bewoog ‘de club’ mee op de maatschappelijke golfslag, moest in de jaren zestig ‘reddend zwemmen’, maar leeft nog steeds een levendig bestaan onder de naam: Stichting Jong Nederland Diessen. In opdracht van Pastoor Van der Linden werd na de oorlog een meisjesgilde opgericht: het Genovevagilde, later Katholiek Meisjes Gilde of KMG. Deze ‘gidsen’ hangen eveneens onder de paraplu van de Stichting Jeugdwerk.

Voor onderkomens zwierf de De Jeugd de afgelopen kleine eeuw langs patronaat, blokhutten in ’t Turkaa, bosgebied ’t Stuk en aan de Beerseweg, en gemeenschapshuis Hercules…tot 4 februari 1984. Toen opende burgemeester Reinders met de kinderen van Jong Nederland dit nieuwe jeugdhuis De Bolster (afgeleid van de vruchten van de kastanjebomen langs het zandpad). De bouw kwam tot stand via de inzet van heel veel vrijwilligersuren en ‘een vracht’ sloopmateriaal, en met succes. Wat een kathedraal is voor de bisschop, is De Bolster voor de Diessense jeugd.

Jeugdhuis de Bolster

Meer over de onderkomens van de Diessense jeugdbeweging leest u in Hers en geens dur Diessen deel 12 in een hoofdstuk van Ad van Korven

Van der Lindensbos

Het bos waarin het jeugdhuis De Bolster staat, is het Van der Lindensbos. De naam is afgeleid van de Haarense boomkweker Karel van der Linden. Hij plantte dit stuk grond ooit aan met kweekbomen. De ‘plantage’ werd verwaarloosd en Diessen had er een bos(je) bij.