Emmerseweg

Emmerseweg

Deze naam verwijst naar de naam ‘Ymerle’ (ook Emmelre of Emmersel), die Haghorst voorheen droeg.

In de jaren ’20 van de 20e eeuw werd de weg van Diessen naar Haghorst verhard met in het Belgische Overpelt gekochte hoogovenslakken. De harde weg liep toen eerst over de Emmerseweg, vanaf de Mijntjeshoef een stuk over de Lage Haghorst, dan via De Haan naar de St. Josephstraat. Het tweede deel van de Emmerseweg bleef een karrespoor naast het fietspad tussen de nog bestaande bomenrijen en stond bekend als ‘Kerkpad’. Na de oorlog werden de slakken verwijderd en vervangen door klinkerwegen. Met één stem meerderheid besloot de gemeenteraad toen om de klinkerweg geheel over de Emmerseweg aan te leggen.

Emmerseweg 5

Dit pand aan de linkerkant van de Emmerseweg is een langevelboerderij.  Hermanus Antonius Reijrink, die zich in 1920 (vanuit de Achterhoek) vestigde op de Mijntjeshoef, liet deze boerderij in 1939 bouwen voor zijn zoon Jan. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met een tandlijst. De dorpels zijn van graniet. In de voorgevel bevinden zich vensters die zijn voorzien van Louvre luiken, een paneeldeur in een portiek, zesruits getoogde stalramen en een schuifdeur voor de schuur. Op het zadeldak liggen rode Tuile du Nord dakpannen en de houten dakgoot ligt op klossen. Tuile du Nord is een in 1880 in Frankrijk ontwikkelde, goed sluitende vlakke dakpan vaak in rode kleur 

Emmerseweg 5

Emmerseweg 6

Het volgende pand aan rechterkant is een langevelboerderij. Inmiddels is de boerderij verbouwd tot woonboerderij waarbij de schuifstaldeur is vervangen door een groot venster en de stalramen zijn vernieuwd. De gevels in het originele pand waren opgetrokken uit machinale baksteen met een sierlijst bij de goot. In de gevels zaten rechte steenankers en de dorpels van hardsteen. In de voorgevel bevonden zich vensters die voorzien waren van luiken, een paneeldeur met een glas-in-lood bovenlicht en zesruits vierkanten betonnen stalramen. Op het zadeldak lagen oudhollandse dakpannen.

Emmerseweg 6

Oudhollandse dakpannen worden gekenmerkt door de gebogen vorm van het waterafvoerend gedeelte. Het zijn typisch Nederlandse dakpannen en ze behoren tot de oudste Nederlandse dakpannen. Nog steeds wordt deze pan veel gebruikt voor de bedekking van vooral oude panden. De pan heeft een monumentaal voorkomen doordat hij lang en smal is, en een sterke golving heeft. Vooral de kleuren oud rood en oudblauw geven de pan een extra historisch karakter.

Overdekte oefenruimte Taxandria

De verharde weg naar rechts, vóór de manege van rijvereniging Taxandria, is de Schutweg. De manege is in 1980 door de leden met eigen handen gebouwd. Ook het onderhoud wordt door de leden zelf gedaan.  

Maastendekske

Als we de Emmerseweg vervolgen, komen we op de splitsing van de Lage Haghorst en de Emmerseweg. Nu is de Emmerseweg de hoofdweg naar Haghorst maar vroeger was dat de Lage Haghorst. De rest van de Emmerseweg naar Haghorst was toen een karrespoor met een naastliggend fietspad tussen de twee rijen beuken. Het karrespoor werd “het Maastendekske” genoemd omdat het naast de “Maast” (het Stuk) lag. Het fietspad ernaast noemde men “het Kerkepad” omdat inwoners van de Haghorst via dit pad in Diessen naar de kerk gingen. Pas na de oorlog werd dit deel van de Emmerseweg verhard met klinkers. Vele jaren later werden de klinkers vervangen door asfalt en werd het fietspad in ere hersteld door het te verharden met tegels.

Emmerseweg 27

Voor het volgende interessante pand aan de Emmerseweg moeten we een heel eind verder zijn.  

Dit pand is niet zo zeer interessant vanwege bouwstijl of ligging maar vanwege een vroegere bewoner van dit pand: Jaon de Zak of De Leugenèr genoemd. Hij was bekend in Diessen (en omgeving) vanwege zijn sterke verhalen. Een aantal van die verhalen vind je terug in Hers en Geens dur Diessen deel 9, uitgegeven door Stichting Erfgoed Diessen.

Emmerseweg 27

Emmerseweg 26

Het volgende interessante pand ligt aan de andere kant van de Emmerseweg.

Emmerseweg 26

Dit huis met tuitgevel was vroeger in gebruik als pastorie. Later werd het bewoond door Piet van Bijsterveldt (ook wel Pietje de köster genoemd) die er een winkel had. Het huis is ca. 1935 gebouwd volgens de Delftse School. Volgens de architecten van de Delftse School lag schoonheid in eenvoud en was een goede harmonie tussen massa, ruimte en lichtval belangrijk. Kenmerkend voor de Delftse School zijn het vrijwel uitsluitend gebruik van baksteen, brede kozijnen en erkers (veelal in lichte kleuren), hoge gootlijnen, hoge met pannen beklede daken tussen topgevels en het gebruik van natuursteen op constructief belangrijke punten.

De gevels van dit pand zijn opgetrokken uit baksteen met spaarbogen. In de voorgevel zit een erkerraam met een afgeschuinde zijde en kunstleien dak. Boven de voordeur (een paneeldeur) bevindt zich een rond bovenlicht. 

Het zadeldak is gedekt met rode, verbeterde Hollandse pannen. De verbeterde Hollandse pan, is ontstaan uit de oudhollandse pan. Dankzij het machinaal produceren van dakpannen werd de oudhollandse pan verbeterd met een kop- en zijsluiting. Dit voorkwam veel lekkages.

t Stuk

Rechtsaf, in oostelijke richting, ligt de onverharde Oirschotsedijk. Dit was, zoals de naam al zegt, de verbindingsweg met Oirschot. Er loopt nu een fietspad langs, dwars door het bosgebied ’t Stuk. Dit ongeveer 100 ha. grote bosgebied is in het begin van de twintigste eeuw door de gemeente Diessen aangeplant met voornamelijk naaldbomen. Het was een productiebos, waarvan het hout bestemd was voor de mijnbouw. In Diessen werd dit bos ook wel de “Maast” genoemd, naar de ‘mastenbomen’ (dennenbomen) waaruit dit bos bestond. 

Kadaverhuisje (pentekening Louis de Groot)

Een stukje verder zie je rechts een driehoekig, met bomen begroeid stukje grond waarop vroeger een kadaverhuisje stond. Hier brachten de boeren hun dode dieren naar toe die dan werden opgehaald door het destructiebedrijf in Son.