Kerksingel

Kerksingel

Deze naam is bedacht voor de straat rondom de kerk (=singel).

Bij het ontstaan (rond 1980) kreeg de Kerksingel – het rondje om de kerk – een stukje Kerkstraat als enclave, zoals de Belgische enclaves in Baarle-Nassau. Dit kwam doordat in 1980 de Kerkstraat aan het eind links om de kerk heen naar het klooster van de Zusters van Liefde met het adres Kerkstraat 17 liep. Na het vertrek van de zusters in 1985 en de sloop van hun klooster begin 1986 kwamen op die plaats seniorenwoningen met dienstencentrum De Eenhoorn rondom een patio. Ten koste van genoemd stukje Kerkstraat kregen de westelijke (langs achterkant kerk) en noordelijke bejaardenwoningen een huisnummer aan de nieuwe Kerksingel. De enclave verdween. In 2019 werd het rijtje noordelijke bejaardenwoningen, die niet rond de patio stonden, gesloopt. Een gebouw met negen levensloopbestendige appartementen kwam ervoor in de plaats. Die kregen een huisnummer – 14 tot en met 30 – aan de Kerkstraat! De geschiedenis keerde zich om: dit stukje Diessen werd weer teruggegeven aan de Kerkstraat. Met dit landje-pik-besluit is de enclave in de Kerksingel terug. (De huisnummers van de westelijke woningen zijn verdwenen doordat de woningen zijn opgegaan in de jongerenhuisvesting Benjamin, zie Theresiastraat 9 en 11

(Meer informatie over de ontstaansgeschiedenis van het Diessense klooster en de sloop ervan in Hers en Geens dur Diessen, deel 15, blz. 70 t/m 85.)

Kerksingel 1 (kerk)

De gotische Sint-Willibrorduskerk is een rijksmonument.  Rond 690 komt de heilige Willibrord, een Angelsaksische priester, in de Lage Landen het katholieke geloof prediken. Ook in Diessen laat hij zijn invloed gelden. Hij heeft er bezittingen die hij schenkt aan de abdij van Echternach. In 739 overlijdt hij. In die tijd zou er in Diessen een kerkje gestaan hebben. In 1161 stond er een houten kapel. Omstreeks 1400 wordt het huidige priesterkoor gebouwd op de plaats van de voormalige kapel, en omstreeks 1450 het schip. De bouw van het dwarspand en de toren begint omstreeks 1500, maar pas in 1545 wordt het een parochiekerk. Deze wordt in 1556 aan de heilige Willibrord gewijd. In 1902 bouwt men de sacristie tegen de noord(oost)zijde van het priesterkoor. Het kerkgebouw met sacristie is eigendom van de R.K. Parochie H. Norbertus. De kerktoren is eigendom van de gemeente Hilvarenbeek. In 2004-2005 onderging de toren zijn laatste restauratie. Onderin de toren is een kapelruimte gecreëerd, een devotieplek waar je even tot Moeder Maria kunt bidden en/of een kaarsje opsteken voor verlichting.

Baksteenprijs 1981

Aan de buitenkant van de toren, van boven de grote toegangsdeuren kijkt de heilige Willibrord tevreden op ‘zijn’ gelovigen neer. Het beeldje dateert vermoedelijk uit de 17e eeuw. Vanaf de torenspits geeft het gouden haantje de windrichting aan en ziet wat jij niet ziet. 

Tot de bouw van de woningen aan Kerksingel, Kruisberg, Gildeweide en Acacialaan – jaren 70 – 80 – stond het kerkgebouw aan de rand van het dorp. De kerk ‘leunde’ aan de zuidkant tegen de kloostertuin van de Zusters van Liefde en keek zuidwestelijk en westelijk uit over wei- en akkerlanden. Over een vrij schootsveld heen zag ze haar zusje in Esbeek staan.

Als gevolg van de terugloop in actieve gelovigen was het bisdom Den Bosch genoodzaakt  de Diessense H. Willibrordusparochie met de andere parochies in de gemeente Hilvarenbeek te laten opgaan in de R.K Parochie H. Norbertus (2012-2014). 

(Meer informatie over de kerk en haar beelden en andere kunstschatten in Hers en Geens dur Diessen, deel 3, blz. 4 en Hers en Geens dur Diessen, deel 11, blz. 24 en 49; meer informatie over de kerktoren in Hers en Geens dur Diessen, deel 12, blz. 51. Ook is informatie beschikbaar op de parochiewebsite www.h-norbertus.nl.

Waterput bij ingang Sint-Willibrorduskerk

Volgens de overlevering bouwde de heilige Willibrord in zijn tijd ook een waterput in het dorp ten behoeve van de doop. Het water uit de Diessense Willibrordusput speelde vroeger een belangrijke rol in de volksdevotie. Kinderen met botproblemen (Engelse ziekte) kregen ervan te drinken in de hoop op genezing. De huidige put dateert uit de 16e eeuw. In 2016 is bij de herinrichting van het noordelijk kerkplein de houten putmik verwijderd. Kort daarna is naar een ontwerp van Diessenaar Ton Derks een fraaie putdeksel in cortenstaal aangebracht met de beeltenis van de heilige Willibrordus. Sinds 2013 is de heilige Norbertus patroonheilige van de parochie. Deze putdeksel verving het ijzeren rooster. Het effect is verrassend: werp een blik door de openingen in de beeltenis. Meer informatie over de Willibrordusput treft u aan in de publicatiekast in de kapelruimte onderin de kerktoren.

Willibrordusput

Het kerkpaadje

Tot 1980 keek de kerk met haar toren uit over weilanden aan de rand van het dorp en ‘leunde’ aan de zuidkant tegen de kloostertuin van de Zusters van Liefde. Om de tuin heen tussen twee hoge beukenhagen door liep het kerkpaadje. Het pad werd ook wel Baarschotsestraat genoemd: de inwoners van Baarschot gingen veelal via dit pad ter kerke, de kortste afstand naar ‘preek en zegen van de pastoor’. 

Kerkpaadje

Bij de omzetting van de kloostertuin naar bouwgrond (1980) zijn de hagen notarieel beschermd, waardoor het kerkpaadje in beeld blijft. Het pad wordt nu enkele malen door klinkerwegen doorsneden. Vanaf de kerk vertrekt het pad bij de ingang van het kerkhof naar het zuiden, steekt de Kerksingel over en gaat aan het einde van de hagen haaks links. (Hier liep ook een pad rechtdoor naar de Lombartsstraat, maar zonder hegbeschutting.) Op deze haakse hoek krijgt (de beslotenheid van) het pad de gedaante van een ‘Manke Nelis’: links staat de oude hoge heg; rechts een laagblijvend kortbenig heggetje. Even verder ‘waggelt’ het pad de klinkers van de Kruisberg over (tussen de huisnummers 25 en 27), en steekt kort daarna de Van Wettenstraat over. Op dat punt duikt het pad weer de romantiek van de beslotenheid in, echter aan de rechterzijde gecreëerd door een hoge tuinmuur. Het pad eindigt, in vol ornaat met aan weerszijde de historische dubbele heg, bij de bebouwing en komt uit op de Molenstraat. Op dat punt het pand aan de linkerzijde is de voormalige kloosterboerderij. (zie Molenstraat 12).

In de tijd dat de liefdescultuur tussen jongeren nog onder preuts, streng ouderlijk en katholiek toezicht stond, zochten verliefde stelletjes de intimiteit van het schemerige Kerkpaadje nog wel eens op. Een onzekerheid was dat Betje de haakse hoek omkwam. Dit kleine oude vrouwtje dat met thee- en koffiesmaken langs deuren ging, liep erop. Als Betje de vrijers ‘betrapte’, kon dit nieuws eerder thuis zijn dan de geliefden zelf.

Pastoorspaadje

Van augustus 1833 tot de dag van vandaag pendelt de pastoor voor zijn kerkgang tussen de sacristie en zijn pastorie (Heuvelstraat 1) via het markante Pastoorpaadje, tot 2017 tussen twee beukenhagen door. Het pad loopt vanaf de sacristie naar het oosten tussen de huidige twee appartementgebouwen door. In 2017 werd het pad ‘omgeploegd’ en beukenhagen verwijderd ten behoeve van de nieuwbouw. Het pad werd hersteld, de pastoor had zijn loop weer, maar wel open en bloot. Het laantje verloor de beslotenheid, de intimiteit van de markante hagen: “Niet cultuurhistorisch waardevol”, oordeelde het college van B&W.

Voormalig pastoorspaadje

Kerkhof

Sinds 1903 ligt het kerkhof aan de zuidzijde van de kerk; daarvoor lag het aan de noordzijde. De hiertoe van het klooster aangekochte grond werd door Diessense boeren opgehoogd – hoog en droog. Niet zoveel kerkhoven hebben het, maar op dit kerkhof zijn voor alle overledenen dezelfde zerken (hardstenen kruis met metalen corpus) als onderdeel van het grafmonument voorgeschreven. Dit voorschrift geldt alleen voor het staande gedeelte van het grafmonument. Pastoor Vogels regelde het in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. Enkele uitzonderingen op deze regel zijn de herinneringsstenen voor militaire en burgerslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, de oude, hoge zerken voor overleden pastoors (aan de oostzijde van de kerk), en de monumentjes op de kinderbegraafplaats. Het parochiebestuur koos voor de uniformiteit om de begraafplaats een geordend beeld te geven. Een overweging was ook dat na de dood iedereen als gelijke beschouwd dient te worden – geen klassenverschil verbeelden tussen rijk en arm. In 2019 besloot het parochiebestuur om het staande kruismodel niet meer verplicht voor te schrijven. Onder voorwaarden worden ook andere (moderne) grafmonumenten toegestaan. Hiermee springt het bestuur in op de hedendaagse behoefte van maatwerk – persoonlijke beleving – rondom begraven en rouwverwerking.

In 1904 realiseerde pastoor Notten een kapel op het kerkhof met daarop een calvarieberg met beelden en op de top een ijzeren kruis. Met de revitalisering van het kerkhof begin jaren tachtig werd de kapel met Calvarieberg gesloopt en de bakstenen kerkhofmuur opgetrokken. De gietijzeren beelden die de Calvarieberg ‘bewaakten’ kregen een plek op de kerkhofmuur.

In 1991 werd een urnenmuur gebouwd met veertig nissen, als antwoord op de veranderende begraafcultuur. 

In 2016 is de begraafplaats ingrijpend gerestaureerd met een gift van wijlen mevrouw Schuurmans-Robijn. De familienaam van deze weldoenster is in dankbaarheid gegraveerd in hardsteen onder de linkse bazuinengel op de absouteplaats. Deze absouteplaats, met hardstenen teksttegel, is een van de resultaten van de restauratie. Bij die gelegenheid daalden de kerkhofmuurbeelden ‘uit de hemel neer op aarde’: achterin Johannes en Maria. Ze bevolken de absouteplaats. 

Het beeld van de parochieheilige Norbertus staat sinds de restauratie van het kerkhof een beetje verstopt tussen twee steunberen van de kerk aan de noordoostzijde van het kerkhof.

Grafkruis Jan de Vries

Jan de Vries is de enige Diessense gesneuvelde soldaat in de Tweede Wereldoorlog. Op de eerste oorlogsdag 10 mei 1940 bij vliegveld Ypenburg onder de rook van Den Haag raakte Jan aan zijn knie gewond door een granaatscherf. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis. De verwondingen lieten zich aanvankelijk niet ernstig aanzien, maar op 26 mei 1940 stierf hij aan de gevolgen ervan.

Lees meer hierover in het boek In bange en in blije dagen; Diessen in oorlogstijd 1940-1945

Grafkruis van Jan de Vries

Grafkruis Franse soldaten

Toen Duitsland op 10 mei 1940 zonder aankondiging het tot dan toe neutrale Nederland binnenviel, schoten Franse troepen vanuit België onmiddellijk te hulp. Op 11 mei 1940 arriveerden Franse soldaten in Diessen, toebehorend aan het 4e Regiment Dragons Portés en het 4e Regiment Cuirassiers. Ze betrokken hier stellingen om de oprukkende Duitse troepen tegen te houden en bliezen daartoe onder meer de brug over de Reusel (thans Julianastraat/Beerseweg) op. Op 12 mei arriveerden de Duitsers en werd er fel gevochten. Naast drie inwoners van Diessen sneuvelden daarbij elf Franse soldaten. Ze werden in eerste instantie provisorisch begraven en na drie dagen herbegraven op het Diessense kerkhof. In 1949 zijn vier van hen overgebracht naar Frankrijk, de overige zeven naar de Algemene Franse Begraafplaats te Kapelle. Als eerbetoon aan deze Fransen is in mei 2021 de brug over de Reusel (Julianastraat/Beerseweg) gedoopt tot ‘12 mei 1940-brug’ en zijn kunstwerken aan de brugleuningen onthuld. Zie 12 mei 1940-brug,

Bijzonderheid: Tijdens een hernieuwde zoektocht in 2020 naar details over deze ‘Franse’ historie werd ontdekt dat de onderste naam (Vivien Vernon) op het stenen kruis niet juist is. Dat zorgde aanvankelijk voor veel verwarring. De vraag kwam op: Zijn er misschien twaalf Franse soldaten gesneuveld? De conclusie is helder: elf Franse soldaten vonden in Diessen de dood; en Vivien Vernon moet zijn: Fernand Vivien. 

Meer informatie is te lezen in Hers en Geens dur Diessen, deel 28, blz. 47 en in het boek In bange en in blije dagen; Diessen in oorlogstijd 1940-1945.

Monument Morgenkind en vlindermonumentje

In 2016 is het kerkhof van Diessen gerenoveerd. Bij deze gelegenheid zijn een monument in keramiek en gedachtenisplaat opgericht en opgedragen aan alle overleden Diessense kinderen. Het heet Morgenkind, naar een gedicht van de Vlaamse dichteres Kris Gelaude. De Hilvarenbeekse kunstenaar Louis de Groot heeft in keramiek vormgegeven aan wat Gelaude in haar gedicht wil zeggen. Vergeet-mij-nietjes omringen de handen waarin het kind met opgetrokken knietjes zich geborgen weet. Vingertjes omklemmen de vingers van moeder, die nooit haar kind vergeten kan. De andere hand is van vader, die mede het stille verdriet moet dragen. Daaromheen blaadjes van zonnebloemen, teken van hoop en vertrouwen, zich kerend naar het warme licht van de zon. De vlinders eromheen staan symbool voor de kindgraven in de parochie. Een vlinder op een klein monument met de tekst Morgenkind heeft een plekje gekregen op alle begraafplaatsen van de Norbertusparochie. De monumentjes zijn de ‘kinderen’ van het grote Diessense gedenkteken. In Diessen staat het kleine monument rechts voor het hek dat toegang geeft tot het kerkhof.

Een 18e eeuws grafkruis

Aan de noordkant van de kerk staat een gerestaureerd grafkruis. Op het originele deel is (zeer moeilijk) een kruis te zien, de letters IHS (Iesus Hominum Salvator – Jezus de Verlosser der mensen) en de woorden ‘gestorven’ en ‘tijden’. Op het nieuwe deel staat het opschrift: 18e eeuws grafkruis uit de tijd dat de kerk gesloten was voor de katholieken (1648-1798). Het oude stuk van dit kruis lag sinds mensenheugenis als schampkei bij deinrit van een boerderij aan de Molenstraat. Bij gelegenheid van de uitreiking van de monumentenprijs aan de Stichting Behoud Sint Willibrorduskerk in 2008 keerde dit inmiddels gerestaureerde fragment terug naar zijn oorspronkelijke plaats, namelijk aan de noordkant van de kerk waar voor 1903 het kerkhof lag. Het kruis herinnert aan de tijd dat het katholieke geloof in Brabant verboden was. (Zie Hers en Geens dur Diessen, deel 17, blz 53)

Het grafkruis tegen de noordkant van de kerk

Kunstwerk op het pleintje voor de kerk (westzijde)

Dit kunstwerk ‘Drieluik’ is in 1994 gemaakt door Louis de Groot (Hilvarenbeek) en Marita Kratz (Diessen). Het is van Belgisch arduin en geglazuurde keramiek. Het kunstwerk is een drieluik dat tevens als zitplaats kan dienen. De gotische vorm zorgt voor de verbinding met de naastgelegen Sint Willibrorduskerk. Een rondje om het kunstwerk levert drie beeldcombinaties met tezamen zes beelden op. De drie onderwerpen zijn: Gilden, naar de lokale gilden en de naastgelegen Gildeweide; Spelende kinderen, de jeugd heeft de toekomst en kan zich op pleintje en Gildeweide ontspannen; Kerklocatie, tot de jaren ’70 van de vorige eeuw stond de kerk aan de rand van het dorp en keek eeuwenlang uit over aloude weiden en akkers.

Baksteen 1981. Zuidwesthoek buitenzijde kerkhofmuur

Aan de zuidkant van de kerkhofmuur (zuidwesthoek) is in de muur een hardstenen tegel gemetseld met de inscriptie: Baksteen 1981. Ernaast is een ‘koude’, hardstenen bank in de muur ‘opgenomen’. In 1982 werd de wijk Heuvel II – Komplan (Kerksingel/Kruisberg/Hoogbocht) door de Nederlandse Baksteenindustrie twee maal bekroond in het kader van de Baksteenonderscheiding 1981. De tegel herinnert hieraan. De prijs was bedoeld voor werken waarbij baksteen als toonaangevend materiaal was gebruikt. In de categorie architectuur ging de tweede prijs naar het architectenbureau Wijnen en Senders uit Den Bosch voor de huizen in de Kruisberg (waarbij ook de woningen aan de zuidzijde van de Kerksingel betrokken werden). Verder kreeg Diessen de extra prijs voor de woonomgeving in het plan. Bij beide prijzen lag de nadruk voor de jury op afstemming van woning en straat: ‘Eenheid van huis en straat levert het beeld op van een volstrekt authentieke Diessense woonstraat’, aldus het juryrapport. De prijzen van de Baksteenonderscheiding werden in 1982 tijdens de Bouw-RAI in Amsterdam voor de eerste maal uitgereikt, door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Marcel van Dam. Niet is te achterhalen of er ooit een tweede baksteenprijzengala heeft plaatsgevonden. 

Baksteen 1981

Oorlogsmonument. Zuidelijke kerkhofmuur, buitenzijde

Dit reliëf van Louis de Groot (Hilvarenbeek) is in oktober 1994 onthuld bij de herdenking dat Diessen 50 jaar bevrijd was van de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het geeft een herinnering aan de mensen die streden voor vrijheid, specifiek voor Diessen, en zij die als gevolg van deze strijd het leven lieten. Het monument is geadopteerd door de leerlingen van groep 8 van de Diessense basisschool Sint Willibrordus. In het kunstwerk zijn verschillende symbolen verwerkt, waardoor het een verbinding vormt tussen de Tweede Wereldoorlog en het heden. Het silhouet van de in 1994 75-jarige man – de vader van de kunstenaar die bij het uitbreken van de oorlog vocht op de Grebbenberg en daarna vier jaar van huis was – staat voor die inwoners van Diessen die de verschrikkingen van de oorlog hebben doorstaan of van nabij hebben meegemaakt. De twee omgekeerde helmen waarin de vredesduif met palmtak in de bek nestelt, symboliseren het einde van de oorlog. Het prikkeldraad verwijst naar Amnesty International, de organisatie die de bezoeker eraan herinnert dat er dagelijks op vele plaatsen in de wereld oorlog gevoerd wordt. Links onder in de hoek: het wapen de vlag van de voormalige gemeente Diessen.

Oorlogsmonument (Louis de Groot)

De uitsneden in de koperen platen bevatten de namen van: bovenaan, de Diessense burgerslachtoffers die bij het uitbreken van de oorlog om het leven kwamen. Daaronder de namen van de elf Franse soldaten die toen in Diessen sneuvelden. (Bijzonderheid: De naam Vernon Vivien, vijfde van onder, is niet juist. Tijdens een hernieuwde zoektocht in 2020 naar details over de Diessense ‘Franse’ historie werd ontdekt dat deze naam niet klopt. Dat zorgde aanvankelijk voor veel verwarring. De vraag kwam op: Zijn er misschien twaalf Franse soldaten gesneuveld? De conclusie is helder: elf Franse soldaten vonden in Diessen de dood; en Vernon Vivien moet zijn: Fernand Vivien.)

De koperen plaat onder de Franse namen bevat de namen van drie andere omgekomen militairen: Jan de Vries, de enige Diessense militair die sneuvelde (zie kroniekje in deze DiessenApp bij Kerksingel over zijn herinneringssteen op het kerkhof) en de twee Britse militairen Onger en Jones die omkwamen bij de bevrijding van Haghorst. In de onderste plaat staan de namen van de burgerslachtoffers die op 24 september 1944 bij de bevrijding van Diessen in een schuilkelder om het leven kwamen. (zie kroniekje over Heuvelstraat 13, 13a, 13b en 13c in deze DiessenApp.)

Jaarlijks op 4 mei vindt bij dit monument de dodenherdenking plaats. 

Meer informatie in Hers en Geens dur Diessen, deel 28, blz. 47 en in het boek In bange en in blije dagen; Diessen in oorlogstijd 1940-1945.

Kerksingel 2 t/m 9

In het kroniekje over Kerkstraat 10, 10a en12 in deze DiessenApp wordt dat gedeelte van de Kerkstraat een ‘Houten straatje’ genoemd. De familie Van den Hout domineerde ooit de toegangsweg naar de kerk. Dat was de voorkant. Aan de achterkant – o.a. de gronden voor Kerksingel 2 t/m 9 en Gildeweide – lagen erf, stallen en landbouwgrond van boer Van den Hout met de toponiemen Aanstee en Dries. Zijn koeien liepen te grazen tot een meter of tien van de grote kerkdeuren. De beesten keken nauwelijks nog op voor een begrafenisstoet vanuit de kerk naar het kerkhof – andersom ook niet. De zonen van Kees van den Hout, Frans en Jan, kochten de grond (erf en een stukje Aanstee) en realiseerden er in 1978 de woningen Kerksingel 2 t/m 9. Qua vormgeving en ligging gelijkend op ‘het Begijnenstraatje van Diessen’. Den Dries, met midden in de wei een waterput, is nu Gildeweide. De Aanstee en Den Dries zijn straatnamen geworden in het woongebied ten zuiden van de Lombartsstraat. Bij de inrit tussen Torenlaan en Kerksingel herinnert een zelfgemaakt straatnaambordje met ‘Houtstraat’ nog aan de familie.