Van der Lindenstraat

Van der Lindenstraat

Genoemd naar Martinus van der Linden (1886-1962), die in 1932 pastoor werd van de Diessense St. Willibrordusparochie. In de bijna 30 jaar dat hij in Diessen pastoor was, gebeurde er erg veel: de crisisjaren, de oorlog, de bevrijding en de wederopbouw. Hij kreeg al bij leven, in 1959, deze straatnaam als eerbetoon.

De Van der Lindenstraat is genoemd naar pastoor Van der Linden: hij was dertig jaar zielzorger van de Diessense St. Willibrordusparochie. Voor de natuurlijke decoratie van de Van der Lindenstraat had een lindeboom niet misstaan, opgedragen aan deze eerwaarde zielenherder.

Martinus van der Linden (1886-1962)

Enkele jaren geleden richtte de buurt in samenspraak met de gemeente de straat opnieuw in en koos als decoratie voor de bruine esdoorn, in de herfst het lichtend symbool van de straat. De Kempische schrijver/dichter Frans Hoppenbrouwers wijdde een lofdicht aan de Acer (Latijnse naam). Het tweede couplet luidt als volgt:  

Dan zal ik zitten in geloken licht

dat uitgezuiverd door uw takken valt,

mijn innerlijk tot dun geluk versmalt,

het hart gesloten en de luiken dicht.

Tot ongeveer 1960 was de Van der Lindenstraat een smal zandpad. Dat liep vanaf de Molenstraat tot aan de huidige Docfastraat en sloeg daar linksaf. Op dat punt liep het pad ook rechtdoor. Dat was het Plassepadje. (Zie Plassepadje). Het begin van het pad bij Molenstraat 1 is nog steeds intact.

Van der Lindenstraat 1963

Begin jaren ’60 werd het pad een weg, een verharde straat. Akkers en weilanden werden bouwrijp gemaakt en verkaveld. De jaarlijkse kermis werd er verjaagd. Het in de weg liggende voetbalveld, of iets dat er op leek, van de lokale voetbalvereniging RKDSV, verdween. De schuif van de bulldozer ‘duwde het terrein inclusief de goals naar de Beekseweg’ en egaliseerde de voormalige arena van de zwart-witten. Er kon gebouwd worden.